zondag 26 oktober 2025

Terughalen van verwijderde mails in Gmail

Als je per ongeluk alle (of heelveel) emails hebt verwijderd in Gmail kun je nog enkele dingen proberen om deze terug te halen:


Prullenbak



Berichten herstel tool van Google


https://support.google.com/mail/workflow/9317561

Log in met het betreffende Gmail-account.
Google controleert dan of de mails op hun servers nog teruggezet kunnen worden.
Ze sturen je bericht zodra het herstel klaar is (duurt meestal binnen enkele uren tot 2 dagen).

Deze optie werkt het beste als de verwijdering recent (minder dan 25 dagen) is en niet veroorzaakt werd door het legen van de prullenbak via instellingen of IMAP-synchronisatie. Als je dus mail hebt verwijderd vanuit programma's zoals OUTLOOK, AQppel mail of Thunderbird en gebruik hebt gemaakt van het IMAP protocol, dan zal het waarschijnlijk niet werken.

Controleer andere clients of back-ups

Als je Gmail gebruikt via bijvoorbeeld:
Outlook / Thunderbird / Apple Mail
Je telefoon (met IMAP/POP)
Een back-updienst zoals Google Takeout, of een e-mailback-up via je provider dan kunnen daar nog kopieën of cacheversies van de e-mails aanwezig zijn.

Als de mail vandaag is verwijderd doe dan het volgende als je nog een PC hebt met daarop de mail in een mailprogramma:

Omdat de verwijdering vandaag is gebeurd en de prullenbak al leeg is, maar de mails mogelijk nog lokaal op je Mac staan, is er nog een reële kans om ze te redden — maar alleen als je heel voorzichtig bent met synchronisatie.

Hier is precies wat je moet doen (stap voor stap):

Stap 1: Koppel je Mac direct los van internet

Zet wifi uit of haal de netwerkkabel eruitvoordat je Mail (of een ander e-mailprogramma) opent.

💡 Zo voorkom je dat Mail gaat synchroniseren met Gmail en dus ook lokaal bewaarde berichten verwijdert (dat gebeurt automatisch zodra IMAP verbinding maakt).

Stap 2: Open daarna Mail (met internet nog steeds UIT)

  • Open de Mail-app op je Mac.

  • Ga naar je Gmail-account in de zijbalk.

  • Kijk of je daar nog berichten ziet in de inbox, verzonden items, concepten of mappen.

Stap 3: Maak meteen een back-up van die lokale mail

  1. In de Mail-app selecteer je de berichten of hele mailbox.

  2. Kies Archief → Exporteer postbus…
    (of rechtsklik op de mailbox → “Exporteer postbus…”)

  3. Sla het exportbestand (.mbox) op een veilige plek op, bijvoorbeeld in je documentenmap of op een USB-stick.

Zo heb je een veilige kopie, ongeacht wat er later met Gmail gebeurt.

Mail exporteren gaat alsvolgt: 

  1. Open Mail (de standaard macOS Mail-app).

  2. Kijk in de zijbalk links of je je Gmail-account ziet.

  3. Klik op Postbussen > [je Gmail-adres] en controleer:

    • Inbox

    • Verzonden items

    • Alle e-mail (All Mail)

    • Eventuele eigen mappen of labels

👉 Als je hier nog berichten ziet: goed nieuws, ze staan lokaal gecached op je Mac.

Exporteer de mailbox (of meerdere)

Voor elke map die je wilt bewaren:

  1. Klik één keer op de mailbox (bijv. Inbox of All Mail).

  2. Ga in de menubalk naar Archief → Exporteer postbus…

  3. Kies een map om het bestand op te slaan (bijv. “Documenten” of een USB-stick).

  4. Klik op Kies.

Mail maakt dan een .mbox-bestand, dat alle berichten in die mailbox bevat.

🔸 Herhaal dit voor elke mailbox waarin je belangrijke mails hebt.

 

(Optioneel) Controleer de export

Je kunt controleren of het goed is gegaan:

  • Open de map waarin je het .mbox-bestand hebt opgeslagen.

  • Het zou eruit moeten zien als een map genaamd bijvoorbeeld Inbox.mbox.

  • Daarin staan o.a. bestanden als Info.plist en een map Messages.

Dat is prima — dat is het juiste Mail-formaat.

Zet pas daarna weer internet aan

  • Zet Wi-Fi weer aan of sluit de kabel aan.

  • Je zult nu merken dat de Mail-app opnieuw synchroniseert met Gmail.
    Als Google de berichten van de server heeft verwijderd, zullen ze nu uit Mail verdwijnen.

  • Maar: je back-up is veilig in de .mbox-bestanden.

Eventueel importeren of terugzetten

Als je ze later wilt terughalen:

  1. Ga in Mail naar Archief → Importeer postbussen…

  2. Kies Apple MailGa door.

  3. Selecteer je geëxporteerde .mbox-bestand.

  4. De mails verschijnen in een nieuwe map onder “Geïmporteerd”.

Stap 4: Daarna pas internet weer aanzetten

Pas nadat je de back-up hebt gemaakt, kun je wifi weer aanzetten.

Als je dat doet, zul je waarschijnlijk zien dat Gmail meteen synchroniseert en de mails lokaal verwijdert (omdat ze server-side weg zijn) — maar jij hebt dan al je kopie. 

Stap 5: Optioneel — probeer herstel via Google

Omdat het vandaag gebeurd is, kun je ook de officiële hersteltool van Google gebruiken:
👉 https://support.google.com/mail/workflow/9317561



vrijdag 17 oktober 2025

Jellyfin server in docker op de QNAP nas

 Complete setup Jellyfin op QNAP

Ik ga uit van de volgende zaken:

de QNAP heeft een intel processor. in mijn geval een Intel celeron. En een externe USB harddisk met daarop de jellyfin film bestanden op share/external/DEV3303_1

Als dat jij jouw systeem anders is, dien je de opdrachten dienovereenkomstig aan te passen.

Log in met SSH in het admin account. Vaak moet je dat activeren, omdat dat op veel QNAP nas apparaten is uitgezet. Doe dat in Control Panel, Bevoegdheden, gebruikers en klik dan op het knopje "wijzig gebruikers profiel"achter admin als deze de status uitgeschakeld heeft.

Onder rnetwerk en bestandsservice staat telnet/SSH waar je de SSH service kunt aanzetten. Daarna kun je met een programma zoals remmina inloggen in een SSH sessie van de NAS. de commando'sdie hier staan genoteerd worden gegeven in deze SSH omgeving.


Mappen aanmaken voor config en cachecd /share/Container

mkdir -p jellyfin/config

mkdir -p jellyfin/cache

Hier slaat Jellyfin zijn instellingen en cache op
Altijd persistent, dus updates van Docker vernietigen deze mappen niet

Controleer USB-schijf

Je USB-schijf zit in mijn geval op /share/external/DEV3303_1.
Controleer:

ls /share/external/DEV3303_1

Je zou de films en mappen moeten zien

Geen extra mount nodig, Docker kan er direct bij als we PUID/PGID op 0 zetten

check of er hardware transcoding mogelijk is:

Aangezien je een Intel-processor hebt, kun je hardware-versnelling gebruiken.

  1. Zorg dat /dev/dri beschikbaar is op je NAS:

ls /dev/dri

Als je 

card0  renderD128 

ziet dan zit je goed en moet je deze regel ook gebruiken:

devices:

  - /dev/dri:/dev/dri


in Jellyfin zelf activeer je de hardware versnelling straks met:

  • Ga naar Instellingen → Afspelen → Transcodering

  • Zet “Hardware Acceleration” aan → kies “Intel QuickSync”


Maar nu eerst:

Maak docker-compose.yml aan

Ga naar de Jellyfin-map:

cd /share/Container/jellyfin

Maak het bestand:

vi docker-compose.yml

Druk i om insert mode te starten
Plak dit:


version: "3.9"

services:
  jellyfin:
    image: jellyfin/jellyfin:latest
    container_name: jellyfin
    environment:
      - TZ=Europe/Amsterdam
      - PUID=0
      - PGID=0
    volumes:
      - ./config:/config
      - ./cache:/cache
      - /share/external/DEV3303_1:/media
    devices:
      - /dev/dri:/dev/dri
    ports:
      - "8096:8096"
    restart: unless-stopped

Opslaan en vi verlaten:

  1. Druk Esc

  2. Typ :wq

  3. Druk Enter


de regels 
devices:
      - /dev/dri:/dev/dri

alleen  gebruiken als je eerder met

ls /dev/dri

dit als output kreeg:

card0  renderD128 

Zo niet, dan laat je die twee regels weg.

Container starten


docker compose up -d

  • Docker downloadt de laatste Jellyfin image
  • Container draait op poort 8096
  • /media verwijst naar je USB-schijf
  • Intel QuickSync hardware-transcodering is actief

Controleer:

docker ps


Jellyfin configureren via browser

Open:

http://<NAS-IP>:8096

  1. Doorloop setup-wizard → admin account

  2. Voeg mediabibliotheek toe → pad: /media

  3. Hardware-transcodering aanzetten:

    • Instellingen → Afspelen → Transcodering → Hardwareversnelling

    • Kies Intel QuickSync (VAAPI)

Test met een film → Dashboard → Activiteit → “Hardware acceleration: Yes (QSV)”


Updates van Jellyfin uitvoeren

Dankzij docker-compose is het eenvoudig:

  • Stop oude container (optioneel, meestal niet nodig)
docker-compose down

  • Download nieuwste Jellyfin image:
docker-compose pull

  • Herstart container:
docker-compose up -d

Alle instellingen en cache blijven behouden in config en cache mappen
Container draait weer met de nieuwe versie

Handige extra commando’s

  • Logs bekijken:

docker-compose logs -f

  • Container stoppen:
docker-compose stop

  • Container verwijderen (zonder data):

docker-compose rm

  • Containers en images schoonmaken:
docker-system prune -a

Tips voor QNAP

  • Gebruik altijd /share/Container of /share/Public voor Docker volumes, nooit /share/system

  • PUID=0 en PGID=0 geeft volledige toegang tot USB-schijf

  • Config- en cache-mappen zorgen dat updates veilig zijn

  • Docker Compose maakt toekomstige updates en beheer supersimpel


Portainer

Portainer is een handiger manier om dockers op de QNAP te beheren.

log in op het admin account via SSH

verwijder eventuele oudere versies van portainer

docker stop portainer
docker rm portainer

docker run -d \
  -p 9000:9000 \
  -p 9443:9443 \
  --name=portainer \
  --restart=always \
  -v /var/run/docker.sock:/var/run/docker.sock \
  -v portainer_data:/data \
  portainer/portainer-ce:latest

/var/run/docker.sock geeft Portainer directe toegang tot Container Station’s Docker. Je zou daarin dus alle dockers moeten zien die via container station zijn geïnstalleerd.

Log in bij portainer: https://QNAP-IP-nr:9443
maak een admin account aan
Je ziet nu een environmetn: local. Dat is de conrainer omgeving van de QNAP



Vanuit Portainer kan de Jellifin docker ook worden geüpdate:

1) Klik op de linker link van de container die je wilt updaten. In dit geval Jellyfin
2) in het container detail scherm klik op "stop container"
3) Klik daarna op "recreate"
4) Schuif de schakelaar "Re-Pull image" 
5) als alles klaar is kun je de docker herstarten.

Als je hierna met Jellyfin verbindt, kun je een melding krijgen dat het niet dezelfde Jellyfin is al eerder en dien je te bevestigen dat je toch wilt verbinden.

Portainer zelf updaten


Soms dien je Portainer zelf ook te vernieuwen. Dat kan helaas niet vanuit portainer. Hiervoor moet je een SSH verbinding maken met de QNAP naar het admin account:

docker ps (toont container ID en containerImageName)
in dit voorbeeld gebruik ik 3ed078654f4f en jellyfin/jellyfin:latest
docker stop 3ed078654f4f docker rm 3ed078654f4f docker rmi jellyfin/jellyfin:latest
docker run -d \
  -p 9000:9000 \
  -p 9443:9443 \
  --name=portainer \
  --restart=always \
  -v /var/run/docker.sock:/var/run/docker.sock \
  -v portainer_data:/data \
  portainer/portainer-ce:latest

zondag 28 september 2025

Grub 2 dedicated menu met chainloading

Grub 2 als hoofdmenu  die op zijn beurt de bootloaders van windows of linux installaties laadt


boot een live linux CD

In deze tutorial ga ik uit van de volgende voorondersllingen. Vul de juiste UUID nummers in voor jouw configuratie:

Windows staat op /dev/nvme0n1p3 met een UUID van: F42A138F2A134DCC 
Linux Mint staat op /dev/nvme0n1p5 met een UUID van: c079e007-51a4-41b2-a736-16108b16a840 /boot/efi staat op /dev/nvme0n1p1 met een UUID van: F811-D6D1 
En de Grub2 menu bestanden staan op /dev/nvme0n1p9 met een UUID van CF5D-27BD

Stappenplan vanuit live-USB

Mount Linux Mint en EFI

sudo mount /dev/nvme0n1p5 /mnt
sudo mount /dev/nvme0n1p1 /mnt/boot/efi

Bind mounts voor chroot


for i in /dev /dev/pts /proc /sys /run; do sudo mount --bind $i /mnt$i; done

Chroot in Linux Mint


sudo chroot /mnt


GRUB opnieuw installeren (UEFI)


apt-get update
apt-get install --reinstall grub-efi-amd64 shim-signed
grub-install /dev/nvme0n1
update-grub
exit

Unmount alles en reboot

for i in /run /sys /proc /dev/pts /dev; do sudo umount /mnt$i; done
sudo umount /mnt/boot/efi
sudo umount /mnt
reboot

Dedicated GRUB-config (/dev/nvme0n1p9, UUID CF5D-27BD)

Maak of bewerk /grub/grub.cfg op die partitie en gebruik dit als basis:

# Dedicated GRUB menu op /dev/nvme0n1p9 (UUID CF5D-27BD)

# --- Algemene instellingen ---
set default=1      # 0 = Windows, 1 = Linux Mint EFI, 2 = Mint fallback
set timeout=30      # aantal seconden wachten voor automatisch starten
set gfxmode=auto
set gfxpayload=keep

### Windows 11 ###
menuentry "Windows 11" {
    insmod part_gpt
    insmod ntfs
    search --no-floppy --fs-uuid --set=root F42A138F2A134DCC
    chainloader /EFI/Microsoft/Boot/bootmgfw.efi
}

### Linux Mint via EFI (voorkeur) ###
menuentry "Linux Mint (eigen GRUB via EFI)" {
    insmod part_gpt
    insmod fat
    search --no-floppy --fs-uuid --set=root F811-D6D1
    chainloader /EFI/ubuntu/grubx64.efi
}

### Linux Mint via configfile (fallback) ###
menuentry "Linux Mint (fallback via configfile)" {
    insmod ext2
    search --no-floppy --fs-uuid --set=root c079e007-51a4-41b2-a736-16108b16a840
    configfile /boot/grub/grub.cfg
}

Na deze stappen heb je:

  • Een herstel van de Mint-GRUB in de EFI-partitie

  • Een dedicated GRUB-menu dat altijd kan doorstarten naar Mint én Windows, onafhankelijk van de volgorde van je schijven

Toelichting

  • Windows 11: start direct zijn eigen bootloader vanaf de EFI-partitie (F42A138F2A134DCC).

  • Mint via EFI: start de door jou herstelde GRUB in /EFI/ubuntu/grubx64.efi op de EFI-partitie (F811-D6D1).

  • Mint fallback: leest direct de GRUB-config uit je root-partitie (c079e007-51a4-41b2-a736-16108b16a840), handig als de EFI-entry niet werkt


Een testprocedure vanuit de GRUB-shell, waarmee je kan checken of de EFI-paden (/EFI/ubuntu/grubx64.efi) correct zijn, nog vóór je herstartdit is slim om te doen vóór je reboot, zodat je niet voor verrassingen komt te staan. Hiermee test je in de dedicated GRUB-shell of de verwijzingen naar je EFI- en Linux-partities kloppen.

Ga in de GRUB-shell

  • Tijdens het opstarten, als je jouw dedicated GRUB-menu ziet, druk op c om naar de command-line te gaan.

Controleer welke partities GRUB ziet

ls
Je krijgt iets als:

(hd0) (hd0,gpt1) (hd0,gpt3) (hd0,gpt5) (hd0,gpt9)

waarbij:
(hd0,gpt1) = jouw EFI-partitie (/dev/nvme0n1p1)
(hd0,gpt3) = Windows (/dev/nvme0n1p3)
(hd0,gpt5) = Linux Mint root (/dev/nvme0n1p5)
(hd0,gpt9) = dedicated GRUB-partitie (/dev/nvme0n1p9)

EFI-partitie controleren


ls (hd0,gpt1)/

Verwacht iets als:

EFI/

ls (hd0,gpt1)/EFI/

Verwacht:

Microsoft/ ubuntu/

ls (hd0,gpt1)/EFI/ubuntu/

verwacht: 
grubx64.efi shimx64.efi ...

Als grubx64.efi er staat, weet je dat de chainloader-entry naar /EFI/ubuntu/grubx64.efi werkt.

Linux Mint root controleren

ls (hd0,gpt5)/

Verwacht iets als:
bin/ boot/ etc/ home/ ...

ls (hd0,gpt5)/boot/grub/

Verwacht:
grub.cfg  x86_64-efi/ ...

Als grub.cfg er staat, weet je dat de fallback-configfile-entry gaat werken.

Windows controleren

ls (hd0,gpt1)/EFI/Microsoft/Boot/

Verwacht:
bootmgfw.efi ...

Als bootmgfw.efi er staat, weet je dat de Windows-entry goed zit.



Test-entry direct in de GRUB-shell

  1. Start de PC → als je het dedicated GRUB menu ziet, druk c (command line).

  2. Voer onderstaande commando’s in om Linux Mint via EFI te starten:

insmod part_gpt
insmod fat
search --no-floppy --fs-uuid --set=root F811-D6D1
chainloader /EFI/ubuntu/grubx64.efi
boot

F811-D6D1 is de UUID van jouw EFI-partitie (/dev/nvme0n1p1).
Als dit werkt, krijg je de Mint-GRUB te zien en kun je Mint starten.

Test-entry fallback (direct configfile)

Als je de EFI-loader niet vertrouwt, test ook de fallback via Mint’s root:

insmod ext2
search --no-floppy --fs-uuid --set=root c079e007-51a4-41b2-a736-16108b16a840
configfile /boot/grub/grub.cfg

c079e007-51a4-41b2-a736-16108b16a840 is de UUID van jouw Linux Mint root (/dev/nvme0n1p5).
Als dit werkt, wordt de Mint-GRUB-config direct geladen.

Test-entry Windows

Om zeker te zijn dat ook Windows werkt:

insmod part_gpt
insmod ntfs
search --no-floppy --fs-uuid --set=root F42A138F2A134DCC
chainloader /EFI/Microsoft/Boot/bootmgfw.efi
boot

F42A138F2A134DCC is de UUID van jouw Windows EFI (/dev/nvme0n1p3).
Als al deze commando’s je netjes in Windows en Mint brengen, dan kun je met 100% zekerheid de vaste menuentries uit je grub.cfg gebruiken.


Definitieve minimale grub.cfg

set timeout=30
set default=1

### Linux Mint via EFI
menuentry "Linux Mint (EFI chainload)" {
    insmod part_gpt
    insmod fat
    search --no-floppy --fs-uuid --set=root F811-D6D1
    chainloader /EFI/ubuntu/grubx64.efi
}

### Linux Mint direct via configfile
menuentry "Linux Mint (direct configfile)" {
    insmod ext2
    search --no-floppy --fs-uuid --set=root c079e007-51a4-41b2-a736-16108b16a840
    configfile /boot/grub/grub.cfg
}

### Windows 11
menuentry "Windows 11" {
    insmod part_gpt
    insmod fat
    search --no-floppy --fs-uuid --set=root F811-D6D1
    chainloader /EFI/Microsoft/Boot/bootmgfw.efi
}

### GRUB Shell (fallback)
menuentry "GRUB command line (manual rescue)" {
    insmod normal
    terminal_input console
    terminal_output console
    echo "Handmatig GRUB commando’s uitvoeren. Typ 'help' voor lijst."
    grub_cmdline
}




Plaats dit bestand als /boot/grub/grub.cfg op je dedicated GRUB-partitie (/dev/nvme0n1p9, UUID CF5D-27BD).
Start je PC → je ziet nu 4 keuzes:

Linux Mint (EFI chainload) → roept Mint’s eigen EFI GRUB aan
Linux Mint (direct configfile) → laadt Mint’s /boot/grub/grub.cfg direct
Windows 11 → start Windows 11 via EFI
GRUB command line (manual rescue) → geeft je altijd een shell om te debuggen







woensdag 3 september 2025

Overzetten foto's naar nieuw Gmail/Google account

Een voornaamwijziging, of een nieuwe achternaam maakt het soms nodig om ook een nieuw Google Account te willen. En dan staan al je oude foto's en filmpjes in het Google account met je oude naam. Dat is niet fijn. Google biedt geen directe manier om de foto's mee te nemen naar je nieuwe account, maar met een handigheidje kan het toch:

Je moet de foto's delen met een partneraccount en en dat account de foto's importeren. Daarna kun je in het originele account stoppen met delen van de foto's en daarna eventueel deze foto's wissen.

Overdracht instellen via partneraccount

Maak het nieuwe account aan met de juiste nieuwe voor of achternaam.
Log in op je oude account → Google Foto’s → Instellingen → Partneraccount delen → Aan de slag.
- Voeg je nieuwe account toe en kies "Alles delen".
- Verzend de uitnodiging.
- Accepteer in je nieuwe account de uitnodiging. Je kunt dit het beste in een browser doen die inloggen in meerdere accounts ondersteunt.
- Log in op je nieuwe account → open Google Foto’s → Gedeeld → Bibliotheek van [oude account].
- Klik op Accepteren.

Kopieer foto’s naar je nieuwe bibliotheek

- In je nieuwe account: Gedeeld → Bibliotheek → Alles toevoegen
- of selecteer specifeke albums/foto’s.
- Controleer dat alle foto’s zichtbaar zijn en kwaliteit/metadata correct zijn.

Oude account ontkoppelen en foto’s verwijderen

- Oude account: Instellingen → Partneraccount delen → Stop delen.
- Selecteer foto’s of albums → Verwijderen → 30 dagen in prullenbak.
- Eventueel: klik Opslag vrijmaken om prullenbak definitief te legen.

Synchronisatie controleren

- Log uit op oude apparaten of schakel Google Foto’s back-up en synchronisatie uit.

Zo voorkom je dat nieuwe foto’s per ongeluk in het oude account terechtkomen.

Eventueel kun je de foto's voortaan uploaden naar het nieuwe account

maandag 18 augustus 2025

Programmeren met de ZX Spectrum NEXT

 Wat gebruik ik bij het ontwikkelen van games voor de Next?

Voor degenen onder jullie die de ZX Spectrum Next hebben aangeschaft in de hoop er games voor te schrijven, of die gewoon genieten van de uitdaging van het schrijven van software, dit is wat ik gebruik:

Het eerste is de emulator (het is veel gemakkelijker om je game te ontwikkelen op een pc/Mac). Bijna alle ontwikkelaars gebruiken de gratis emulator CSPECT. Die kun je hier downloaden:

https://mdf200.itch.io/cspect

In Linux draait ditr programma redelijk goed met hulp van WINE

Ook ZeSarUx is een goed werkende emulator. Vanaf versie 11 heeft het ZX SPectrum Next ingebouwd. Het is wel lastig om nieuwe games aan de image waaruit het werkt toe te voegen.

https://github.com/chernandezba/zesarux

Als ik de game of het hulpprogramma schrijf met NextBASIC, schrijf ik de software het liefst op een pc. De handigste tool hiervoor is Visual Studio Code. Deze kun je gratis downloaden van Microsoft:

https://code.visualstudio.com/download

Deze is beschikbaar voor pc, Linux en Mac.

Het volgende wat je nodig hebt, is de NextBASIC-plug-in van REMY. Die kun je hier downloaden:

https://marketplace.visualstudio.com/items?itemName=remysharp.nextbasic

Er is zelfs een video die laat zien hoe je deze installeert. Je hebt waarschijnlijk een kopie van de handleiding voor de Next nodig, waarin wordt uitgelegd hoe je software schrijft met NextBASIC. 

Versie één is hier te downloaden: https://archive.org/details/zx_spectrum_next_manual

Maar let op een nieuwere versie is in de maak.

Je kunt natuurlijk software voor de Next schrijven met de Next-computer, maar het kan wat lastig zijn om de editor te gebruiken.

Voor meer 'geavanceerde games' gebruik ik Boriel ZXBASIC. Deze compileert zijn eigen versie van BASIC-code en draait veel sneller dan code die met NextBASIC is geproduceerd. Het is ook moeilijker te leren, maar het neemt je wel mee de diepte in van de Next. Het stelt je ook in staat om Assembler eenvoudig in je code te integreren.

Voor Boriel BASIC gebruik ik de volgende tools:

Voor het bewerken van code, het compileren en starten van de emulator gebruik ik Boriel ZXBASIC Studio:

https://github.com/boriel-basic/ZXBasicStudio

Dit wordt geleverd met een Lite-versie van een set programmeertools waarmee je games voor de Next kunt schrijven, bekend als NextLib. NextLib is onderdeel van de NextBuild-tools van David Saphier, die een uitgebreide interface bieden voor het schrijven van games voor Next.

Ik gebruik de volledige NextBuild-bibliotheek in de ZXBASIC Studio IDE, met daarnaast mijn eigen Assembly Code-modules.

Hoewel ik Visual Studio Code niet gebruik wanneer ik Boriel gebruik, is NextBuild volledig geïntegreerd in Visual Studio Code (kortweg VSCode).

Instructies voor het downloaden en gebruiken van Nextbuild vind je hier:

https://github.com/em00k/NextBuild

David is momenteel bezig de mogelijkheden van Nextbuild uit te breiden, het beter te integreren in VSCode en nieuwe functies aan te bieden, zoals een uitgebreid Help-systeem, Sprite Editor, Palette Editor en Sound Effects Editor. Wanneer dit beschikbaar is, zal ik hiernaar overstappen voor de ontwikkeling van Boriel. De nieuwste versie van Boriel ZXBASIC kun je hier downloaden:

https://www.boriel.com/pages/the-zx-basic-compiler.html

Dit zou je de tools moeten geven om code te schrijven op een pc of Mac en deze uit te voeren op de CSPECT-emulator, nog voordat je je KS3 Next hebt.

Je hebt ook tools nodig om sprites, gamemaps, geluidseffecten en muziek te maken.

Voor sprites en graphics heeft Paul Harthen een set hulpprogramma's voor Aseprite geschreven waarmee je eenvoudig sprites, map tiles en paletten voor de Next kunt maken.

Aseprite kan hier worden gedownload:

https://github.com/aseprite/aseprite

Paul heeft hier de volledige instructies en downloadmogelijkheden voor zijn sprite-tools:

https://github.com/spectrepaul/blog/tree/main/ZX%20Spectrum%20Next%20-%20Using%20Aseprite

Voor het maken van gamemaps heeft Paul ook een set tools ontwikkeld waarmee gebruikers gamemaps kunnen maken met het uitstekende programma TILED.

Tiled kan hier worden gedownload:

https://www.mapeditor.org/download.html

Pauls tools voor Tiled zijn hier te vinden:

https://github.com/spectrepaul/blog/tree/main/ZX%20Spectrum%20Next%20-%20Using%20Tiled

Voor geluidseffecten gebruik ik de AYFX-editor. Deze is hier beschikbaar:

GitHub - Threetwosevensixseven/ayfxedit-improved: AYFX Editor (verbeterd) https://share.google/u8a9NpdZe989aKYYa

Voor het maken van muziek kan Vortex Trakker worden gebruikt:

AY-3-8910, AY-3-8912, YM2149 Homepage 

https://share.google/MOy2nJZPkctmsFvKK

Ten slotte, als je Boriel gebruikt, zullen deze boeken erg nuttig zijn:

Dit is het Boriel BASIC-boek.

https://amzn.eu/d/gU5O08B

En voor meer diepgaande informatie kun je ook dit boek downloaden:

https://github.com/tomaz/zx-next-dev-guide

Nou, dat zou je voldoende moeten geven om te beginnen met het programmeren van games voor de Next. Ik heb gekeken naar Z88dk, dat C gebruikt om games voor de Next te programmeren. De resulterende gecompileerde code is echter aanzienlijk langzamer dan code die geschreven en gecompileerd is met Boriel. Voor de volledigheid en voor mensen die C al kennen:

Z88dk kan hier gedownload worden:

https://z88dk.org/site/download

Nuttige informatie over het instellen van Z88dk voor de Next vind je hier:

https://lemmings.info/setting-up-z88dk-on-the-zx-spectrum-next/

veel succes met het programmeren van de ZX Spectrum Next

zondag 10 augustus 2025

Boot problemen voor Linux op een chromebook, no UEFI OS available

 Als je een chromebook voorzien hebt van een nieuw boot systeem via de methode van Mr Chromebox, dan komt het wel eens voor dat de geinstalleerde linux niet meer wil starten na een forse update. Het standaard bootbestand dat mrCrhomebox verwacht heet in sommige linux omgevingen anders en dient dan gekopieerd te worden naar de juiste locatie.
De foutmelding die je krijgt is dat er geen UEFI OS beschikbaar zou zijn.

Ga alsvolgt te werk:

type exit om naar de UEFI settings menu terug te keren. 

Selecteer Boot Maintenance Manager.

Kies: Boot from file

navigeer naar en boot vanaf: 

/EFI/[distro naam]/grubx64.efi

[distronaam] is ubuntu, debian, arch etc, afhankelijk wat je hebt geinstalleerd.

Bij linux mint debian edition is het dus: /EFI/debian/grubx64.efi

Als je bent gestart en ingelogd, start een terminal en geef de volgende commando's (let goed op hoofd en kleine letters!):

sudo su

mkdir -p /boot/efi/EFI/BOOT

cp /boot/efi/EFI/debian/grubx64.efi /boot/efi/EFI/BOOT/BOOTX64.efi

exit

en als je de laptop nu opnieuw opstart, dan moet het booten weer goed werken. Ook hier geldt dat je debian moet vervbangen voor de juiste distributiuenaam als je iets anders dan debian gebruikt.


vrijdag 8 augustus 2025

Reset Deluge password

 1. Stop Deluge- en deluge-web-processen: Zorg ervoor dat deze processen niet actief zijn voordat u wijzigingen aanbrengt in de configuratiebestanden.  Als Deluge draait in een Docker op CasaOS, dan moet je vanuit het CasaOS menu de deluge docker stoppen.

Deze genoemde bestanden vind je in:

/DATA/Appdata/deluge/config

2. Zoek het bestand web.conf: Dit bestand bevindt zich doorgaans in uw Deluge-profielmap, die zich op Linux meestal bevindt in /var/lib/deluge/.config/deluge, ~/.config/deluge of /srv/deluge/.config/deluge, en op Windows in %appdata%\deluge. 

3. Open het bestand: Open web.conf in een teksteditor. 

4. Zoek en verwijder of wijzig wachtwoordvermeldingen: Mogelijk moet u de regels pwd_sha1 en pwd_salt verwijderen of wijzigen. Als u het standaardwachtwoord ("deluge") wilt herstellen, kunt u de regels vervangen door het volgende (zoals weergegeven in het zoekresultaat): 

 Code 

"pwd_sha1": "bc28bfa49a73fd2384cbecd6572ea72d0166aa28", 

"pwd_salt": "", 

5. Bestand opslaan: Sla de wijzigingen op in web.conf. 

6. Deluge opnieuw starten: Start de Deluge-processen opnieuw. 

Inloggen op de webinterface: U zou nu moeten kunnen inloggen met het standaardwachtwoord of het wachtwoord dat u eerder hebt ingesteld.

Als je nu dit gedoe niet telkens terug wilt krijgen, dan kun je eventueel het auth bestand aanpassen.

open het bestand in een editor zoals nano en voeg deze regel toe:


localclient::10

en sla het bestand weer op, dan kun je bij deluge altijd zonder wachtwoord inloggen

zaterdag 5 juli 2025

Surfshark met OpenVPN in de terminal op de Raspberry PI

Surfshark is een VPN service die ook voor de linux terminal op de Raspberry PI een client heeft. Deze moet je echter zelf starten vanaf de commandline.

Kijk eerst in de helppagina's van Surfshark zelf:

https://support.surfshark.com/hc/en-us/articles/360013425373-How-to-set-up-Surfshark-VPN-on-Raspberry-Pi

Daarin lees je hoe jhe surfshark moet installeren.

Ga naar de inlogpagina van Surfshark en log in. Klik vervolgens op 

VPN > Manual Setup

Dit is de pagina waar alle gegevens voor handmatige verbinding worden opgeslagen.

Klik op Desktop of Mobile> OpenVPN.

 Ga naar het tabblad Inloggegevens. Klik bovenaan op het tabblad Inloggegevens.

LET OP: Houd deze pagina voorlopig open. U hebt deze inloggegevens later nodig.

Configureer de OpenVPN-client

Open de terminal door op CTRL + ALT + T te drukken.

Installeer de benodigde OpenVPN-pakketten met de volgende opdracht:

sudo apt-get install openvpn unzip

Als u om een ​​wachtwoord wordt gevraagd, voer dan het beheerderswachtwoord van uw computer in.

Navigeer naar de OpenVPN-map door de volgende opdracht in te voeren:

cd /etc/openvpn

Download de Surfshark OpenVPN-configuratiebestanden:

sudo wget https://my.surfshark.com/vpn/api/v1/server/configurations

Pak "Surfshark_Config.zip" uit:

sudo unzip configurations

Verwijder het .zip-bestand, want we gebruiken het niet meer.

sudo rm configurations

Om de lijst met alle beschikbare servers te bekijken, voer je het volgende in:

ls

Kies een van de servers uit de serverlijst en maak verbinding met Surfshark door het volgende in te voeren:

sudo openvpn [bestandsnaam]

Bijvoorbeeld:

sudo openvpn nl-ams.prod.surfshark.com_tcp.ovpn

Voer de inloggegevens van de Surfshark-service in (zie het gedeelte 'Uw inloggegevens ophalen' in dit artikel). Dus een speciuale colde voor loginnaam en een voor wachtwoord.

Als u het bericht Initialisatievolgorde voltooid ziet, is uw verbinding met Surfshark succesvol.

Nu blijft de terminal open staan. Deze kun je gedwongen sluiten en daarna gelijk weer openen. Check de IP van de verbinding met het volgende commando:

curl -4  icanhazip.com

dan moet ern een ander IP nummer staan dan van je eigen internet verbinding.


Nu is het handig om niet steeds die lange loginnaam en wachtwoord in te voeren. Doe daarom het volgende:

sudo nano /etc/openvpn/auth.txt

voer daarin op twee regels de loginnaam en op de nieuwe regel het wachtwoord en sluit af met CTRL X en bevestig opslaan.

sudo nano /etc/openvpn/ en dan de naam ven het bestand dat je wilt editten. Bijvoorveeld:

sudo nano /etc/openvpn/nl-ams.prod.surfshark.com_tcp.ovpn

zoek nu de regel: auth-user-pass op en verander die in:

auth-user-pass /etc/openvpn/auth/txt

en sla op met CTRL X en bevestig.

Nu zal de opdracht

sudo openvpn nl-ams.prod.surfshark.com_tcp.ovpn

Nu zal openvpn de verbinding leggen zonder dat er om loginneam en wachtwoord gevraagd wordt.

Nu is er nog 1 aanpassing nodig om de cursor gelijk weer terug te krijgen:

Voeg toe dat het een configuratie is en dat openvpn als daemon moet draaien:

sudo openvpn --config /etc/openvpn/nl-ams.prod.surfshark.com_tcp.ovpn --daemon



dinsdag 1 juli 2025

Android in een Docker container

Android uitvoeren in een Docker container is een project dat op Github wordt gehost:

GitHub Repo: https://github.com/budtmo/docker-android

Opdrachten:

Installeer Docker: 

curl -fsSL https://get.docker.com -o get-docker.sh sh ./get-docker.sh 


Installeer KVM 

sudo apt-get install qemu-kvm 

 Start Android in een Docker Container 

docker run -d -p 6080:6080 -e EMULATOR_DEVICE="Samsung Galaxy S10" -e WEB_VNC=true --device /dev/kvm budtmo/docker-android:emulator_13.0

zaterdag 14 juni 2025

Windows share via Samba op CasaOS

CasaOS is een stuk software waarmee je een goed beheersbaar docker systeem op een Raspberry PI of andere linux machine kunt plaatsen en vele apps kunt draaien.

Er is GEEN app waarmee je samb kunt activeren. Deze is standaard al geactiveerd.

Vanuit een terminal kun je de samba configutaite aanpassen

sudo nano /etc/samba/smb.casa.conf


Daarin tref je deze zettings aan:

[media]
comment = CasaOS share media
public = Yes
path = /media
browseable = Yes
read only = No
guest ok = Yes
create mask = 0777
directory mask = 0777
force user = root

Je kunt een tweede share toevoegen aan dit bestand door deze tekst te herhalen en tussen [ ] een andere naam te geven. Dat is namelijk de naam waarondee de share bekend wordt op het netwerk.

verder achter path= het zoekpad van de share die je wilt delen.


na afloop CTRL X
Y(es) of J(a)
en de naam bevestigen.

daarna moet de samba deamon herstart worden met dit commando:

sudo service smbd restart


vrijdag 13 juni 2025

De temperatuur van een Raspberry PI

De CPU-temperatuur van een Raspberry Pi 4 kan oplopen tot 85 °C voordat de processor oververhit raakt. De aanbevolen bedrijfstemperatuur ligt tussen 0 en 50 °C. Bij 85 °C begint de Pi de CPU-snelheid en -spanning te verlagen om binnen veilige grenzen te blijven.

Hoewel de Pi temperaturen tot 120 °C aankan, beschermt hij zichzelf bij hoge temperaturen door de CPU te beperken. Om de temperatuur van de Pi te controleren, kunt u de opdracht 

vcgencmd measure_temp 

gebruiken.

Normaal gebruik: Een Raspberry Pi 4 werkt doorgaans bij temperaturen tussen 50 en 70 °C onder normale belasting.

Hoge belasting: Tijdens zware verwerking of veeleisende taken kan de temperatuur stijgen, tot mogelijk 80 °C of hoger.

Beperking: De interne controller van de Pi begint de CPU-snelheid en -spanning te beperken bij 80 °C om oververhitting te voorkomen. Deze beperking zal aanhouden totdat de temperatuur daalt.


Maximale bedrijfstemperatuur:

De Pi is ontworpen voor temperaturen van -40 tot 85 °C.


Overlevingslimiet:

De Pi kan temperaturen tot minimaal 120 °C overleven, maar de CPU zal bij zulke hoge temperaturen ernstig worden beperkt.

donderdag 22 mei 2025

Wifi uitzetten op Headless Raspberry PI

Soms wil je de Raspberry PI NIET benaderbaar laten zijn via wifi, maar alleen via LAN.


In de terminal kun je checken of beide actief zijn middels:


ifconfig

Dan zie je de netwerkverbindingen en de bijbehorende IP nummers

Met 

rfkill

zie je of wifi en bluetooth aanstaan of niet

met 
rfkill block wifi
gaat de wifi uit

met 

rfkill unblock wifi

gaat de wifi weer aan.


Dit blijft echter niet zo na een reboot.

Als je de wifi permanent wil uitzetten dan moet deze zin

dtoverlay=disable-wifi
worden toegevoegd aan
/boot/firmware/config.txt
na een reboot is de wifi dan uit.
dus:
sudo nano /boot/firmware/config.txt
dtoverlay=disable-wifi
CTRL X
Y of J

sudo reboot

zondag 4 mei 2025

Open Media Vault op de Raspberry PI



In deze Raspberry Pi-tutorial laten we je zien hoe je de OpenMediaVault-software installeert en instelt. Dit artikel is een vertaling van de originele post in het Engels PiMyLiveUp


OpenMediaVault is een Networked Attached Storage (NAS)-oplossing, gebouwd op Debian, met ondersteuning voor de Raspberry Pi.

Met deze software kun je je Raspberry Pi eenvoudig omtoveren tot een krachtige NAS met ingebouwde ondersteuning voor diverse services.

De OpenMediaVault-software biedt standaard ondersteuning voor (S)FTP, SMB/CIFS, DAAP-mediaserver, RSync en zelfs ingebouwde ondersteuning voor Docker-containers.

OpenMediaVault is veel gebruiksvriendelijker dan elke afzonderlijke service op je Raspberry Pi te moeten instellen, zoals SAMBA en FTP.

Om OpenMediaVault te kunnen gebruiken, heb je een Raspberry Pi 2B of nieuwer nodig. We raden je aan om een ​​Raspberry Pi 4 of nieuwer te gebruiken vanwege de verbeterde I/O-mogelijkheden.

Houd er rekening mee dat OpenMediaVault verwacht dat u een ethernetverbinding gebruikt voor netwerken. Het is echter nog steeds mogelijk om wifi te gebruiken na de eerste installatiestappen.

We hebben deze tutorial afgerond over het installeren van OpenMediaVault op een Raspberry Pi 4 met de Lite-versie van Raspberry Pi OS Bookworm.

In de volgende secties leiden we u door de stappen voor het installeren en configureren van OpenMediaVault op uw Raspberry Pi. U zult snel zien hoe deze software een geweldige manier is om een ​​NAS op uw Raspberry Pi in te stellen.

Voor deze sectie gaan we ervan uit dat u de Lite-versie van Raspberry Pi OS als besturingssysteem gebruikt. Dit zou echter prima moeten werken op elk Debian-gebaseerd besturingssysteem.

Houd er rekening mee dat u geen desktopversie van het door u gekozen besturingssysteem moet gebruiken. OpenMediaVault werkt alleen op terminalgebaseerde systemen. In het geval van de Pi is dit Raspberry Pi OS Lite.

OpenMediaVault installeren op een Raspberry Pi


1. Voordat we OpenMediaVault installeren, werken we de bestaande pakketten bij door de volgende twee opdrachten uit te voeren.

De eerste opdracht werkt de pakketlijstcache bij en de tweede upgradet alle verouderde pakketten.

sudo apt update

sudo apt upgrade



2. Voordat we OpenMediaVault installeren, moeten we eerst het pre-installatiescript uitvoeren. Dit script stelt je ethernetverbinding in als een permanente verbinding. Dit helpt mogelijke verbindingsproblemen later op te lossen.

Je kunt dit script uitvoeren door de volgende opdracht in de terminal uit te voeren:

wget -O - https://raw.githubusercontent.com/OpenMediaVault-Plugin-Developers/installScript/master/preinstall | sudo bash

3. Zodra het script is uitgevoerd, moet je je Raspberry Pi opnieuw opstarten door de volgende opdracht uit te voeren:

sudo reboot

4. Nu kunnen we de volgende opdracht uitvoeren om het installatiescript van OpenMediaVault te downloaden en rechtstreeks naar bash te sturen.

Dit script installeert en configureert alles wat nodig is om OpenMediaVault op de Raspberry Pi te draaien.

Je kunt de inhoud van dit script controleren door rechtstreeks naar de repository van de OpenMediaVault Plugin Developers te gaan.

wget -O - https://raw.githubusercontent.com/OpenMediaVault-Plugin-Developers/installScript/master/install | sudo bash


Houd er rekening mee dat dit proces enige tijd kan duren, omdat het script een groot aantal pakketten moet installeren die de OpenMediaVault-software nodig heeft.

5. Zodra het installatieproces is voltooid, wordt je Raspberry Pi automatisch opnieuw opgestart door het script.

Als je Pi om de een of andere reden niet automatisch opnieuw is opgestart, kun je hem opnieuw opstarten met de volgende opdracht in de terminal.

sudo reboot

OpenMediaVault voor het eerst starten op de Raspberry Pi


6. In deze sectie laten we je zien hoe je toegang krijgt tot de webinterface voor de OpenMediaVault-software die op je Raspberry Pi draait. Om toegang te krijgen tot de webinterface van OpenMediaVault, moet u het IP-adres van uw Raspberry Pi weten. Als u het IP-adres van uw Raspberry Pi niet weet, kunt u de volgende opdracht uitvoeren:

hostname -I


7. Ga met het lokale IP-adres van uw Raspberry Pi naar het volgende adres in uw favoriete webbrowser.

Zorg ervoor dat u "<IPADRES>" vervangt door het IP-adres dat u in de vorige stap hebt opgegeven.

http://<IPADRES>

8. Nadat u de webinterface van OpenMediaVault hebt geladen, wordt u gevraagd in te loggen om verder te kunnen gaan.

De standaardgebruikersnaam is admin en het standaardwachtwoord is openmediavault.

9. Zodra u bent ingelogd, wordt u begroet door het OpenMediaVault-dashboard. Hoewel dit dashboard op dit moment leeg kan zijn, laten we u zien hoe u extra elementen aan het dashboard kunt toevoegen.

Het standaardwachtwoord voor OpenMediaVault wijzigen


10. Een van de eerste dingen die u moet doen, is het wachtwoord voor uw OpenMediaVault-beheerdersaccount wijzigen. Door dit als standaardwachtwoord te laten staan, kan iedereen snel toegang krijgen.

Om het wachtwoord te wijzigen, klikt u op het persoonpictogram in de rechterbovenhoek.

In het menu dat verschijnt, klikt u op de optie 'Wachtwoord wijzigen'.

11. Vul op deze pagina het nieuwe wachtwoord in dat u wilt gebruiken om toegang te krijgen tot de OpenMediaVault-beheerder.

Klik vervolgens op de knop 'Opslaan' om het nieuwe wachtwoord op te slaan.

Configureren

Het dashboard voor uw OpenMediaVault-installatie

12. Standaard is het OpenMediaVault-dashboard volledig leeg. U moet elke widget die u wilt zien inschakelen voordat het dashboard iets weergeeft.

Om de instellingen voor uw dashboard te wijzigen, klikt u eerst op het persoonpictogram in de rechterbovenhoek.

In het menu dat verschijnt, klikt u op de optie 'Dashboard'.

13. Het volgende scherm toont u een lijst met alle verschillende widgets die het OMV-dashboard ondersteunt. Deze kunnen erg handig zijn om snel de status van zowel OpenMediaVault als uw Raspberry Pi te controleren.

Nadat u alle vakjes naast de widgets die u wilt weergeven hebt aangevinkt, klikt u op de knop 'Opslaan'.

14. Terugkerend naar het dashboard zou u nu veel meer informatie moeten zien. Hieronder ziet u hoe het dashboard eruit zag nadat u een behoorlijk aantal widgets had ingeschakeld.

De eerste schijf toevoegen aan je Raspberry Pi OpenMediaVault NAS

15. Vanwege de manier waarop OpenMediaVault werkt op de Raspberry Pi, moet je handmatig elke schijf toevoegen die je aan je NAS wilt toevoegen. Je voegt later gedeelde mappen toe aan deze gekoppelde bestandssystemen.

Om je een voorbeeld te geven van hoe dit allemaal werkt: we gebruiken een draagbare schijf van 128 GB die we op onze Raspberry Pi hebben aangesloten. Als je een gloednieuwe schijf gebruikt, hoef je je ook geen zorgen te maken over het formatteren ervan, want OpenMediaVault biedt ons de mogelijkheid om dit te doen via de webinterface.

Je kunt beginnen met het toevoegen en configureren van je eerste schijf door te klikken op de optie 'Opslag' in de zijbalk.

16. Nu we op de pagina met opslagopties zijn, laten we beginnen met controleren of OpenMediaVault onze gekoppelde schijven kan zien.

Klik hiervoor op de optie 'Schijven'.

17. Op dit scherm ziet u elk van de aangesloten schijven die de software kan detecteren.

Als een van uw schijven geformatteerd moet worden, selecteert u deze, klikt u op het kleine gumpictogram en volgt u de instructies. Dit brengt de schijf terug naar de status die OpenMediaVault verwacht.

Zodra u tevreden bent met de schijven die u hebt aangesloten, gaat u naar het scherm 'Bestandssystemen' via de zijbalk.

18. Nu u op de pagina met bestandssystemen bent, zijn er twee verschillende manieren om deze schijf aan OpenMediaVault te koppelen.

Als u al een bestandssysteem op uw schijf hebt ingesteld, klikt u gewoon op de afspeelknop en gaat u verder met stap 21. Normaal gesproken is het makkelijker om helemaal opnieuw te beginnen met een schijf die u aan uw Raspberry Pi NAS toevoegt.

Moet u een bestandssysteem aan de schijf toevoegen, klik dan op het pluspictogram.

Wanneer u op deze knop klikt, krijgt u een lijst met bestandssystemen die u kunt gebruiken om uw schijf te formatteren. Voor de Raspberry Pi raden we EXT4 aan vanwege de lagere prestatievereisten.

19. Op de volgende pagina wordt u gevraagd het apparaat te selecteren waarop OpenMediaVault dit nieuwe bestandssysteem moet aanmaken.

Selecteer de schijf waarnaar u wilt schrijven en klik op de knop "Opslaan".

20. OpenMediaVault op uw Raspberry Pi begint nu met het opnieuw formatteren van de geselecteerde schijf met behulp van het door u gekozen bestandsformaat.

Zodra het proces is voltooid, klikt u op de knop "Sluiten".

21. Zodra een bestandssysteem is ingesteld, of als u er al eerder een hebt aangemaakt, wilt u de schijf koppelen aan uw Raspberry Pi OpenMediaVault NAS.

Klik hiervoor op het selectievakje "Bestandssysteem" en zoek en klik vervolgens op uw bestandssysteem.

Klik met het geselecteerde bestandssysteem op de knop "Opslaan".

22. Voordat dit bestandssysteem op uw Raspberry Pi wordt gemount, moet u de wijzigingen bevestigen. Begin dit proces door op het vinkje in de rechterbovenhoek te klikken.

23. Om het toevoegen van deze nieuwe schijf te bevestigen, klikt u nogmaals op de knop "Ja".

De gedeelde map aanmaken

24. Onze volgende stap is het aanmaken van een gedeelde OpenMediaVault-map op ons nieuw gemounte bestandssysteem. Om deze gedeelde map aan te maken, klikt u op de optie "Gedeelde mappen".

Klik vervolgens op de knop met het plusteken bovenaan de lijst.

25. In dit formulier wordt u gevraagd de informatie voor uw gedeelde map in te vullen. Er zijn een aantal verschillende velden die u in dit dialoogvenster moet instellen.

1. Eerst komt de naam van de share die u wilt instellen. Dit wordt automatisch ook ingesteld als de naam van de map.

2. Het tweede veld is het bestandssysteem waarop u deze map wilt aanmaken. In ons geval hebben we slechts één bestandssysteem aangemaakt, dus er is slechts één optie.

3. Het derde veld is het pad naar de gedeelde map. Dit wordt automatisch ingesteld op dezelfde naam als de gedeelde map. U kunt dit echter desgewenst wijzigen naar een andere locatie.

4. Het vierde en laatste relevante veld is het veld 'Rechten'. Gebruik dit veld om de rechten in te stellen die u op de map wilt toepassen, zoals welke gebruikersgroep de map mag lezen en schrijven.

Nadat u alle velden hebt ingevuld, klikt u op de knop 'Opslaan' onderaan het scherm.

26. Voordat OpenMediaVault deze nieuwe map aanmaakt, moet u de pen bevestigen

Wijziging van de status.

Klik hiervoor op het vinkje in de rechterbovenhoek van het gele pop-upbericht.

27. U wordt gevraagd of u de nieuwe wijzigingen echt wilt toepassen. Klik op de knop "Ja" om de gedeelde map aan te maken.

SAMBA/CIFS inschakelen in OpenMediaVault

28. Vanwege de manier waarop OpenMediaVault werkt, worden uw gedeelde mappen pas daadwerkelijk "gedeeld" als u een protocol zoals SMB inschakelt. Bovendien moet elke gedeelde map vervolgens afzonderlijk voor dat protocol worden ingeschakeld.

In de volgende stappen laten we u zien hoe u SMB in OpenMediaVault kunt inschakelen en een map kunt delen.

Om deze functionaliteit in te schakelen, klikt u eerst op "Services" in de zijbalk.

Selecteer vervolgens de optie "SMB/CIFS".

29. U krijgt nu twee opties te zien: "Instellingen" en "Shares".

Voordat we shares aan SMB kunnen toevoegen, moeten we SMB inschakelen op OpenMediaVault door de optie "Instellingen" te selecteren.

30. Klik op deze pagina op de schakelaar "Inschakelen". Deze schakelaar schakelt de ondersteuning voor SMB/CIFS op uw Raspberry Pi in.

31. Voordat SMB wordt ingeschakeld, moet u deze wijzigingen bevestigen door op het vinkje te klikken.

32. Klik vervolgens op de knop "Ja" om gedeelde SMB-schijven in te schakelen op uw OpenMediaVault-installatie op uw Raspberry Pi.

Een gedeelde map toevoegen aan SMB op OpenMediaVault


33. Nu SMB/CIFS is ingeschakeld op onze Raspberry Pi, moeten we een daadwerkelijke share toevoegen. Uw gedeelde mappen worden niet automatisch gedeeld via de verschillende services die OpenMediaVault ondersteunt. Om een​​SMB-share toe te voegen, klikt u op de optie 'Shares' in de zijbalk.

Klik in dit scherm op de knop '+'.

34. In het dialoogvenster 'Share toevoegen' moet u rekening houden met een aantal zaken.

1. Het eerste wat u moet doen, is de 'Gedeelde map' selecteren. Deze optie toont een lijst met de gedeelde mappen die u hebt aangemaakt. U zou een gedeelde map moeten hebben die u eerder in deze handleiding hebt gevonden.

2. De volgende belangrijke optie is de optie 'Openbaar'. Met deze optie kunt u bepalen of niet-geverifieerde gebruikers toegang hebben tot de share (gasten).

3. Tot slot kunt u de optie 'Alleen-lezen' gebruiken. Door gebruik te maken van deze optie kunt u instellen dat gebruikers de inhoud van de gedeelde map alleen kunnen lezen en niet kunnen wijzigen.

Zodra u alles naar wens hebt geconfigureerd, klikt u op de knop 'Opslaan'.

35. Net als bij elke andere wijziging in OpenMediaVault moet u de toevoeging van deze gedeelde map bevestigen door op het pijlpictogram te klikken.

36. Bevestig ten slotte de toevoeging van deze gedeelde map door op de knop 'Ja' te klikken.

37. U zou nu uw eerste map moeten zien die wordt gedeeld via de installatie van uw Raspberry Pi OpenMediaVault.

U kunt nu zoveel gedeelde mappen toevoegen als u wilt om uw Raspberry Pi NAS te laten groeien.

Nieuwe gebruikers toevoegen aan OpenMediaVault op uw Raspberry Pi


38. In deze sectie leiden we u kort door het proces voor het toevoegen van nieuwe gebruikers binnen de webinterface van OpenMediaVault. U kunt deze gebruikers gebruiken om toegang te krijgen tot de gedeelde mappen die u met OpenMediaVault op uw Raspberry Pi aanmaakt. Klik in de zijbalk op de optie 'Gebruikers'.

Vervolgens klikt u op de optie 'Gebruiker' op de pagina 'Gebruikersbeheer'.

39. Op deze pagina ziet u een lijst met gebruikers die al beschikbaar zijn voor gebruik met de gedeelde mappen die u met OpenMediaVault hebt aangemaakt. Omdat dit een nieuwe installatie is, ziet u hier alleen uw hoofdgebruiker. In ons geval is dit de 'pi'-gebruiker met uw eigen naam in Raspberry PI OS.

Om een ​​nieuwe gebruiker op onze Raspberry Pi aan te maken met OpenMediaVault, klikt u op de knop met het plusteken en vervolgens op de optie 'Aanmaken'.

40. In dit dialoogvenster kunt u de verschillende gegevens voor uw nieuwe gebruiker opgeven, zoals de gebruikersnaam en het wachtwoord.

Zodra u alle gegevens van de nieuwe gebruiker hebt ingevoerd, klikt u op de knop 'Opslaan'.

41. Om de toevoeging van deze nieuwe gebruiker te bevestigen

42. Bevestig nu de toevoeging van deze nieuwe gebruiker aan uw OpenMediaVault-installatie door op de knop "Ja" te klikken. Klik op het vinkje in het gele berichtvak om de gebruiker aan uw systeem toe te voegen.

43. Als alles correct is verlopen, zou u uw nieuwe gebruiker hier moeten zien staan.

U kunt deze gebruiker nu gebruiken om verbinding te maken met een van de mappen die u hebt gedeeld via OpenMediaVault op uw Raspberry Pi.

Op dit punt in de tutorial zou u OpenMediaVault succesvol moeten hebben ingesteld op de Raspberry Pi. U zou ook een basisidee moeten hebben van hoe u nieuwe shares kunt toevoegen via de webinterface.

Terughalen van verwijderde mails in Gmail

Als je per ongeluk alle (of heelveel) emails hebt verwijderd in Gmail kun je nog enkele dingen proberen om deze terug te halen: Prullenbak G...